Een correcte ma-ai 間合 (afstand) tussen beoefenaars van een wapenkunst een van de eerste begrippen die groeit bij de beoefening van gepaarde kata.
Er kunnen grofweg 3 afstanden onderscheden worden:
- Tōma 遠間 (lange afstand), meerdere stappen zijn nodig voor een aanval
- Ittōma 一刀間 (enkelsstaps afstand), één pas is nodig voor een aanval
- Chikama 近間 (korte afstand), de opponent staat binnen het bereik van het wapen
Tōma is de afstand waarop shurikenjutsu gebruikt kan worden, maar voor iai en kumitachi is deze afstand te ver en moet eerst overbrugd worden.
Ittōma heeft voor trainingen de meeste relevantie. Op deze afstand worden vaak de kata getraind. Er is (als beide beoefenaars in seigan no kamae staan) “monouchi-contact”, wat inhoud dat de punten van de zwaarden elkaar op zo’n 10cm kruizen.
Ittōma wordt soms ook issoku ittō no maai 一足一刀の間合 (enkelstaps-één-zwaard afstand) of chuma 中間 (midden afstand) genoemd.
Aan het einde van een kumitachi/kenjutsu-kata blijft de uchidachi (ontvanger) staan om shidachi (aanvaller) zijn laatste slag te laten maken. Op dit moment staan de beoefenaars op chikama, maar is de oefening beëindigd. Kata waarin de beoefenaars tijdens de kata in chikama staan worden vaak pas in de hogere delen van het curriculum van scholen onderwezen.
Er is een vorm van chikama waarin de opponenten heel dicht op elkaar staan, zoals een “clinch” bij boxen. De tsuba 鍔 (stootplaten) van de twee zwaarden raken elkaar. Deze positie heet tsuba zeriai 鍔競り合い (stootplaat schermutseling). Beide opponenten kunnen moeizaam aanvallen of terugtrekken vanuit deze positie. Er zijn scholen die technieken ontwikkeld hebben voor tsuba zeriai, maar de meeste scholen geven enkel aan dat dat een slechte positie is om in uit te komen.
Voor leerlingen die al bekend zijn met dit begrip:
De maai is afhankelijk van het bereik van de beoefenaars. Dit bereik kan gezien worden als een gebied om een beoefenaar heen waarin hij zonder te stappen kan raken. Dit gebied is echter geen cirkel. Aan de voorzijde is het verste bereik; aan de omote zijde (buikkant) is daarna het meeste bereik; aan de ura zijde (rugkant) is het minste bereik. Het kan daarom dat er door goede lichaamsverplaatsing en timing uit wordt gekomen op een plaats (t.o.v. de opponent) waarbij jij wel kunt raken maar niet geraakt kunt worden.
Verder, wanneer beide beoefenaar eenzelfde wapen hebben en ongeveer dezelfde lichaamslengte, zijn de situaties betreffende maai relatief eenvoudig. Wanneer echter een van de twee partijen een langer wapen heeft kan de ene beoefenaar binnen het bereik van de andere beoefenaar staan zonder dat het omgekeerde het geval is.
Disclaimer:
Dit artikel is onderdeel van een serie theorie-lessen. De bedoeling van deze artikelen is een achtergrond te verschaffen voor de budo-leerlingen van Kochōkai. Vanwege het introducerende karakter van deze artikelen, is er jammergenoeg geen ruimte om dieper in te gaan op elk onderwerp.A correct ma-ai 间 合 (distance) between practitioners of a weapon art is one of the first concepts that grows in the practice of paired kata.
There can be approximately three distances distinguished:
- Toma 远 间 (long distance), several steps are necessary to attack
- Ittōma 一刀 间 (one single step away), a one step pass is required for an attack
- Chikama 近 间 (short distance), the opponent is within range of your weapon
Toma: Is the distance at which Shuriken can be used, but for iaido and kumitachi this distance is too far and must first be a shorter distance between two opponents.
Ittōma: for paired training is the most significant. There is for both practitioners during kamae (posture) “monouchi-contact”, which means that the points of each sword cross by about 10cm.
Ittōma is sometimes called issoku itto no ma-ai 一足 一刀 の 間合 (one-step-a-sword away) or chuma 中间 called (middle distance). At the end of a kumitachi / kenjutsu kata, the uchidachi (receiver) waits for shidachi (attacker) to finish the kata (like ballroom dancers one is always taking the lead). At this moment the practitioner’s chikama, but the exercise is finished. Kata in which the practitioners are in the kata in chikama are often only taught in the higher parts of the curriculum of schools.
There is a form of chikama which the opponents very close together, such as a “clinch” in boxing. The tsuba 锷 (hand gaurd) of the two swords meet. This position is called tsuba zeriai 鍔 競り合い (clashing tsuba). Both opponents will find it difficult to attack or retreat from this position. There are schools that have developed techniques for tsuba zeriai, but most schools only teach that a poor position will be the outcome.
For students who are already familiar with this concept:
The mai-iai is dependent on the reach of the practitioners. This reach can be seen as an area to a practitioner in which he can hit/strike/cut without stepping forward however, this region is not a circle. On the front is the furthest range andon the omote side (belly side) is then most of the range, to the ura side (back side) is the least range. Therefore, it may be that there is a cutting area to the opponent’s advantage where you can get it but you are unable to hit the opponent.
Furthermore, when both practitioners have the same weapon length and body height with arm reach, the situations concerning mai-ai are relatively simple. When however one of the two opponents, has a longer weapon (i.e. a spear), the practitioner can be within the range of the other practitioner but the swordsman will always remain out of reach for his cut.
Disclaimer:
This article is part ofa series of theory lessonsThe purpose of these articles is to provide the students of Budo Kochōkai a background. Due to the introductory nature of these articles, there is unfortunately no room to dig deeper into each topic.